20 Aannames om mijn leven vorm te geven

1.

Alles is energie en energie is alles.

2.

Energie is een trilling, een golf met een bepaalde frequentie.

3.

Energie is constant in beweging en verandering.

4.

Meerdere frequenties kunnen met elkaar interfereren, op elkaar inwerken, wat kan leiden tot harmonie of disharmonie.

5.

Bij destructieve interferentie heffen de golven elkaar op waardoor er geen golf en dus geen energie meer is.

6.

Bij constructieve interferentie versterken de trillingen elkaar. Er wordt dus een grotere amplitude, een grotere golf gecreëerd, wat neerkomt op meer energie.

7.

Tijd en ruimte is energie in beweging, in interferentie.

8.

Tijd en ruimte zorgt voor ervaring.

9.

Ervaring is constant, voortdurend.

10.

Ik ben hier en heb een ervaring.

11.

Er is ervaring waar ik meer van wil en ervaring waar ik minder van wil.

12.

Ik kan mijn aandacht richten op het onaangename of het aangename. Met andere woorden, ik richt mijn aandacht op wat ik prefereer of niet prefereer.

13.

Aandacht richten is energie besteden aan iets, is trilling toevoegen aan een reeds bestaande trilling waardoor er interferentie ontstaat.

14.

Besteed ik energie aan een onaangename situatie door ze te bevestigen als onaangenaam of te beoordelen als slecht of negatief dan zal door constructieve interferentie de golf vergroten. De ervaring zal dus sterker worden en langer duren.

15.

Besteed ik energie aan een aangename situatie, maar in de vorm van angstgedachten of de beoordeling dat iets goeds of positiefs, fragiel is, te mooi om waar te zijn en dat men "goed genoeg” moet zijn om dat te blijven ervaren, dan zal door destructieve interferentie de golf opgeheven worden. De ervaring zal dus verdwijnen, of veranderen, in resonantie met die aanhoudende gedachten en emoties.

16.

Intentie komt van In + tendere = spannen, richten op, uitstrekken, streven, bedoeling, wil, aandacht naar binnen. Dit komt neer op het richten van je energie om iets verwezenlijken, actie te ondernemen, een handeling te stellen. Voor elke bewuste intentie is er een veelvoud aan onbewuste intenties.

17.

Wanneer ik in beweging kom naar wat ik prefereer, kom ik in aanraking met alles wat er tussen mij en mijn doel staat zoals emoties, overtuigingen, programmering, geloof, zelfbeeld enzovoort. Dus wanneer mijn intentie is om een doel te bereiken zijn er onbewuste tegenintenties om me te beschermen van de “pijn” die verwacht wordt.

18.

Wanneer ik die “pijn” tracht te omzeilen, ben ik langer onderweg naar mijn doel en besteed ik mijn energie grotendeels contraproductief waardoor ik niet of minder efficiënt mijn doel zal bereiken en niet zal kunnen genieten van mijn verwezenlijking. De “pijn” blijft latent aanwezig want weerstand leidt tot wrijving.

19.

Ik beoordeel wat ik ervaar aan de hand van wat ik weet. Ik weet niet alles. Mijn oordeel komt voort uit een beperkte visie. Het is een reactie op wat is, vanuit de herinnering van wat was, met angst voor wat zal zijn. Mijn herinnering tracht de toekomst te voorspellen. Mijn oordeel is niet 100% te vertrouwen.

20.

De manier waarop ik mijn mentale energie aanwend, beïnvloedt mijn ervaring. Met andere woorden, hoe ik denk, weet en geloof heeft een invloed op wat zich in mijn leven voordoet. Op die manier creëer ik bewust en onbewust mijn “realiteit”.